+31 6 10435336 michael@musicwork.shop

Ik was al lang niet meer naar de Kleine Zaal Concertgebouw geweest en ik had een plaats die herinneringen opriep aan concertbezoeken van 20 jaar geleden toen ik nog muzikant was. Ik sprak een suppoost die ik al 30 jaar ken en we hadden het erover dat er in al die tijd eigenlijk helemaal niet zo veel veranderd was.

30 jaar geleden zat de Amerikaanse componiste Caroline Shaw nog op school en speelde al 10 jaar lang viool. Ze was toen al doordrongen van de wens om muziek te componeren. Dit seizoen verblijft ze als composer in residence een tijdje in Amsterdam. Gisteren gaf ze als zangeres samen met het Finse Kamus Quartet haar eerste van een geplande reeks optredens.

Shaw beweegt zich buitengewoon handig tussen haar verschillende rollen als componist, producer, zanger en violist. Ze beheerst diverse genres waaronder hedendaags klassiek, pop en filmmuziek en ze is daardoor ongekend succesvol. Ze ontving tot nu toe de Pulitzer Prize in Music (2013), een eredoctoraat van de Yale University en vier Grammy’s.

opvallend goed zijn ook haar media optredens

“There are no rules” zei ze in een van haar korte toespraken tijdens het concert en bedoelde daarmee o.a. dat het publiek mocht klappen wanneer het wilde. Het programma ging namelijk zonder onderbrekingen tussen de afzonderlijke stukken in elkaar over. De ruggengraat werd gevormd door Evergreen (2020), een strijkkwartet in vier delen. Het eerste deel Moss werd gevolgd door een bewerking van de koorcompositie Nymphes de bois (1497) van Josquin des Prez

Hier de oorspronkelijke a cappella versie

Het antwoord op de vraag waarom dit fraaie stuk Renaissancemuziek op het programma stond met vnl werken van Shaw kwam per omgaande met Shaws Cant voi l’aube (2016). Hierin zet zij een gedicht van de Franse minnezanger Gace Brulé (c. 1160 – na 1213) op muziek zette. In de sfeer van Des Prez zong Shaw de Oudfranse tekst met passie op de tonen van haar eigenzinnige muziek. Dit zette de sfeer van een troubadour fantasievol neer, ook voelde het bij tijd en wijle zeer romantisch aan. Net zo kunstig wisselde haar zang met passages waarin ze als een wereldse verteller sprak. De cantus firmus werd later ook nog verrassend meegezongen door altviolist Jussi Tuhkanen.

Als een oud tapijt vlocht het zeer wendbare Kamus Quartet nu de drie volgende stukken in elkaar. Op het tweede deel Storm uit Evergreen volgde attaca de Sonata a quattro nr.1 van Alessandro Scarlatti en Entr’acte (2011) van Shaw. In dit langste en spannendste stuk van de avond verwerkte de componiste zeer bevlogen een  fuga voordat ze de Finnse strijkers met extreem harde pizzicati in een lang gevecht liet gaan.

De eerste helft van het concert eindigde met de terugkomst van Shaw als zangsoliste in haar op en Folksong geïnspireerde Will there be any stars in my crown, begeleid door opvallend veel open snarenspel. Door de eenvoudige begeleiding kreeg de met veel hartstocht voorgedragen gospeltekst een haast trance verwekkende spiritualiteit.

Mijn enthousiaste reactie op deze gevarieerde concertpresentatie werd in de tweede helft helaas gedempt. Kamus begon met het laatste deel uit Beethovens op 18 nr. 6 La Malinconia: Adagio-Allegretto quasi allegro. Shaws Blueprint (2016) citeerde hieruit letterlijk en daarom was deze muziekkeuze volkomen terecht. Jammer alleen dat de musici met opstartproblemen aan dit door en door klassieke stuk begonnen. Tegelijkertijd brak Beethovens complexe muziek de spil van de betovering van Shaws componeerstijl. Op Blueprint volgde het bijna even lange derde deel uit Evergreen: Water waarin je inderdaad zeer kunstzinnig geconstrueerde waterdruppels kon horen vallen.

Shaw kwam voor And so uit Is a rose (2016-18) voor de laatste keer terug op het podium. Helaas was haar microfoon nu met meer galm afgesteld. Ook het aansluitende 4. Deel Root uit Evergreen werkte met zijn minimal music verwijzingen minder betoverend. Voor het afsluitende Other song (2021) liet Shaw het publiek een bes meezingen. Het lied dat volgens Shaw haar manier van componeren (songwriting) beschrijft eindigt veelzeggend met de regel: I go where you go. Met ontzag luisterede het publiek naar een laatste folksong (Fly away?) als toegift met weer heel veel theatraal gestreken open snaren. Daarna was het heel stil in de zaal.