+31 6 10435336 michael@musicwork.shop

Hoe ontstaan nieuwe composities?

Over het gisteren voor het eerst in Nederland uitgevoerde celloconcert A Sutured World van de Australische componiste Liza Lim gaat het volgende verhaal: Cellist Nicolas Altstaedt hoorde een eerder werk van Lim en schreef haar daar enthousiast over. Zou zij ook een concert voor zijn instrument kunnen schrijven? Twee maanden geleden speelde Nicolas Altstaedt als solist het gloednieuwe stuk in München. Gisteren was de Nederlandse première met het KCO tijdens de Cello Biënnale Amsterdam.

Altstaedt heeft voor dit uitgebreide en veelkleurige werk twee verschillende strijkstokken nodig. Hij begint met een stok uit de baroktijd, die iets korter en ronder is dan zijn moderne doorontwikkelde versie. De toon is minder groot, maar gelaagder en verfijnder. Hij speelt daarmee tegelijkertijd een open snaar en glissando’s op en neer op een andere snaar. Dat zet onmiddellijk de toon: hier gebeurt echt iets vernieuwends. In de composities van Lim staan transculturele ideeën centraal. De wortels van schoonheid, tijdseffecten en de ecologische verbondenheid zijn voortdurend terugkerende thema’s.

Over A Sutured World  schrijft zij: “De ‘cello’ is een instrument dat ik denk redelijk goed te kennen, omdat ik er verschillende solostukken voor heb geschreven en het in talloze grotere werken heb gebruikt. Maar tijdens het componeren van dit stuk had ik zo vaak het gevoel dat ik met mijn handen over een gladde, lege muur liep om te proberen een verborgen naad of sluiting te vinden die een geheime ruimte daarachter zou openen.”

Na de lange cello-inleiding van het eerste deel Take this broken wing.. verruilt Altstaedt zijn barokstok voor een moderne stok. Het KCO onder leiding van Matthias Pintscher zet zijn begeleiding geïnspireerd maar voorzichtig in. De Amsterdamse musici reageren subliem. Of ze nu snelle korte motieven van de solist nadoen of een modern gevlochten klanktapijt met hedendaagse speeltechnieken leggen: alles doen ze met de juiste dynamiek. Daarnaast geeft Lim haar buitengewoon handige solist ook voldoende ruimte om te soleren.

 Chrysalis, het tweede deel begint weer met lege solosnaren, maar nu met daarover een boventoonreeks. Onder begeleiding van de harp swingt Altstaedt opeens als een rock-muzikant. Even later wisselt de stemming en horen we citaten(?) uit klassieke en romantische concerten. Altstaedts vingers razen met virtuoos snelle neerstortende toonladders over zijn snaren. Ook in de twee laatste delen blijft hij als een gedrevene mooie ongehoorde klanken produceren. Het hoogtepunt komt aan het eind als hij met zijn twee stokken tegelijk begint te spelen. Met de lichtere oude stok laat hij strijkend feeërieke boventonen klinken. Wat een belevenis voor oog en oor!

Dirigent Matthias Pintscher staat met het tweede celloconcert van de avond als componist op het programma. In zijn uiterst subtiele un despertar (‘een ontwaken’, naar een gelijknamig gedicht van Octavio Paz) soleert celliste Alisa Weilerstein voor wie het stuk geschreven is.

Pintscher heeft een donkere, warme zang van een mannelijke menselijke stem beschreven als uitgangspunt voor de toonkwaliteit van het werk. Uit een “voortdurend langzaam, zacht, teder en intiem gezang in het lagere register van de cello” groeit een heel karakteristieke virtuositeit.

Ook Weilerstein begint alleen. Haar spel met dubbele grepen is vol en aangrijpend. Pintscher gebruikt alle registers van het orkest. Vooral de laagste blazers soleren schitterend. Steeds weer nieuwe geheimzinnige geluiden borrelen op. Maar de orkestklank blijft altijd teder en doorzichtig, haast Frans impressionistisch.

In tegenstelling tot zijn eerdere Celloconcert Reflections on Narcissus, heeft Pintscher nu een stuk gecreëerd “bijna uit het geluid van een schaduw”. De sfeer van het gedicht uit 1966 bepaalt de basissituatie: “Hoe deze oude man voor het raam staat en naar buiten kijkt, in de stilte van de fijne sneeuw zijn hele leven analyseert, dat is een emotionele toestand die mij inspireerde”, zegt Matthias Pintscher, ‘een toestand van ontwaken en zelfkennis’. En aan het eind hoor ik dit moment ook letterlijk. Opeens gaan alle deuren open, de orkestklank eindigt bombastisch en op de lange nagalm van deze klankeruptie soleert Weilerstein fijn gestreken flageolettonen.  

Het concert werd omlijst door twee stukken uit de jaren 70. Bij Henri Dutilleux Timbres, espace, mouvement, ou ‘La Nuit étoilée’ voeren cello’s letterlijk de boventoon omdat er geen violen en altviolen meespelen. De hobo had hier een indringend mooie melodie als een soort klaaglied. Sluitstuk was Ligeti’s San Francisco Polyphony. Instrumentkleuren en melodieën werden meesterlijk gespeeld.

Deze avond was een prachtstaaltje van hedendaagse muziek.