Debussy – Prélude à l’après-midi d’un faune
Fujikura – Dubbelconcert voor fluit, viool en orkest, wereldpremière,
Messiaen – Les offrandes oubliées
Debussy – La mer;
Radio Filharmonisch Orkest; Karina Canellakis, dirigent; Claire Chase, fluit; Akiko Suwanai, viool
Gehoord: NTR ZaterdagMatinee in het Concertgebouw, 11 januari 2025, Amsterdam
“Waarom zouden we alleen muziek spelen die we kennen en begrijpen? Het is beter om vooruit te kijken en nieuwe dingen te ontdekken,” zegt de violiste Patricia Kopatchinskaja. Ze houdt van muzikale experimenten en beschrijft hedendaagse muziek als haar absolute prioriteit. Recentelijk had ze de Japanse componist Dai Fujikura gevraagd om een dubbelconcert voor haar en de fluitiste Claire Chase te schrijven. Fujikura schreef voor Chase al een fluitconcert en noemt haar zijn spirituele zuster.
Fujikura heeft naast uiteenlopende kamermuziek en orkestwerken al 3 opera’s op zijn naam staan. In 2023 was zijn surrealistische Metamorfose van een woonkamer in het Holland Festival te zien. Voor zijn nieuwe werk liet Fujikura zich o.a. inspireren door zwermen vogels, die steeds van vorm veranderen.
Helaas heeft Kopatchinskaja alle concerten wegens persoonlijke omstandigheden moeten afzeggen. Wat een pech! Akiko Suwanai nam de première in de NTR-ZaterdagMatinee van haar over.
Chase en Suwanai stonden rechts en links van dirigente Karina Canellakis direct voor het strijkorkest. Samen met maar 4 blazers rolden de strijkers het tapijt uit voor de twee solisten. Chase had nog een piccolo en een basfluit naast zich op een stoel. Ze is een zeer expressieve muzikante die haar muzikale lijnen met haar hele lichaam ondersteunt. Suwanai heeft een prachtige slanke viooltoon maar speelt veel minder bewegelijk. Daardoor was er vooral optisch sprake van een disbalans. Er kwam bij dat het merendeel van het concert zich afspeelde in het hoge register. De bas-groep deed haar best maar kon niet voldoende voor afwisseling zorgen. Pas in een cadensachtige solo voor de twee solisten kwam spanning op. Suwanai speelde zich met een ritmische dubbelgrepenreeks eindelijk naar de voorgrond, maar Chase bleef haar op de piccolo en vooral later op de basfluit de loef afsteken. Over het geheel viel er weinig verrassends te beluisteren. Het dubbelconcert leek niet af. We zullen helaas niet te weten komen wat de initiatiefneemster hiervan dacht.
Het concert begon al met een beroemde fluitsolo. Namelijk het panfluitachtige droomlied uit Debussys Prélude à l’après-midi d’un faune. Dit is zeker geen makkelijk stuk om mee te beginnen. Het is bedoeld om haast geïmproviseerd te klinken. Daar moet het orkest de vrijheid voor krijgen. Canellakis is er de dirigente niet voor. Haar dirigeerslag is precies, soms overduidelijk en ze laat weinig over aan het moment. Veel minder dwingend is ze wat betreft de dynamiek. Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) speelde afgelopen zaterdag zelden een echte pianissimo. Maar ik zag het haar ook niet opeisen! Zo miste dit Prélude vooral het impressionistische flair en sfeer.
Na de pauze stond Messiaens Les offrandes oubliées op de lessenaar. Het eerste deel La croix nam Canellakis erg snel en ook het aansluitende Le Péché voelde ondanks de fraai energieke uitbarstingen gejaagd. De lyrisch meditatieve groepssolo van de eerste violen in het laatste deel daarentegen bleef aards. Messiaens religieuze zang kon niet echt ontroeren.
Met La mer van Debussy eindigde het programma. “Het geluid van de zeegolven,…. de roep van de vogel: ze laten allemaal de meest uiteenlopende indrukken achter. En plotseling, zonder er zelf maar bij na te denken, komt een van deze herinneringenweer bij je terug en verandert in de taal van de muziek.” schreef de componist ergens.
Helaas miste ook deze interpretatie muzikale toverkracht. Ik hoorde vooral instrumenten en weinig samenhang. Canellakis had weinig aandacht voor de constante sfeerwisselingen. De zich langzaam opbouwende spanning aan het eind van de Dialogue du vent et de la mer klonk nuchter als filmmuziek. Wat een pech: de noten waren er allemaal, maar helaas zonder geheimzinnigheid.
De recensie verschijnt ook op https://denieuwemuze.nl/category/recensies/