Gehoord generale repetitie in de Stopera, 20 januari 2025, Amsterdam
Let op: deze productie bevat verbeeldingen van seksuele handelingen, geweld en bloed
Deze disclaimer op de Website van de nationale Opera staat er niet voor niets. Die ersten Menschen, de enige opera van de 1915 op 28 jarige leeftijd gesneuvelde componist Rudi Stephan grijpt je naar de keel. In het verhaal van het eerste gezin in de Bijbelse geschiedenis gaan Adahm en Chawa en hun zoons Kajin en Chabel elkaar met alle (on)denkbare middelen te lijf. Het sterk door de psychoanalyse beïnvloede libretto van Otto Borngräber uit 1908 windt er geen doekjes om.
De Nationale Opera had het in 1920 voor het eerst uitgevoerde werk tijdens de coronapandemie opgegraven. (zie hier mijn recensie van toen: https://bachtrack.com/kritik-stephan-die-ersten-menschen-bieito-roth-ketelsen-dasch-melrose-osborn-dutch-national-holland-festival-amsterdam-juni-2021 ). Met maar vier hoofdrollen en het orkest achter op het podium i.p.v. in de orkestbak voldeed dit onbekende werk aan de opgelegde regels.
De volledige zangerscast van toen stond nu, vier jaar later, weer op het podium, en hoe! De fenomenale zangers bezorgden je één voor één kippenvel! Annette Dasch is als Chawa (Eva) oermoeder, femme fatale en desperate housewife tegelijk. Haar stem is even veelzijdig als haar expressie. En alles draait in Stephans opera om haar: zij is immers de enige vrouw in deze eerste dagen van de mensheid.
Haar man Adahm word door bas-bariton Kyle Ketelsen zelfverzekerd en vocaal uitmuntend neergezet. Hij is de perfecte no-nonsense zakenman. Alleen zijn zoon Kajin drijft hem tot waanzin. Hij houdt hem namelijk de spiegel voor van zijn eigen weggerationaliseerde driften. Dat berooft hem van alle beheersing. Alleen met zinloze agressie kan hij zich tegen deze pijnlijke confrontatie verweren.
Bariton Leigh Melrose zingt en speelt ons de stuipen op het lijf. Wat heeft hij een durf en wat een stem! Met elke vezel brengt Melrose zijn wanhopig karakter veelgelaagd op de planken. Je kunt als toeschouwer niet anders dan intens meeleven met zijn virtuose spel en zang.
Ook zijn tegenhanger Chabel is perfect gecast. Tenor John Osborn heeft alleen oog voor het goddelijke. Zijn aria’s zijn eilanden van rust en verheffing in Stephans gewaagde woelige partituur. Maar ook Chabel is een mens met gevoelens, die hem noodlottig in de erotiserende armen van zijn door vleselijke verlangen misleide moeder drijven.
Regisseur Calixto Bieito heeft een reputatie voor provocerende ensceneringen. Het visueel overdonderende decor van Rebecca Ringst bestaat uit een eettafel rijkelijk gevuld met vers fruit. Meloenen worden om de haverklap aan de tafelrand onthoofd en vervolgens over de familieleden uitgeperst. In een van de indringendste scenes boetseert Chawa gebiologeerd uit een blok klei een mens. Twee camera’s filmen dit proces van dichtbij om het vervolgens extra groot op een lijnwand te projecteren.
Dit doek vormt tegelijkertijd een afscheiding naar het erachter opgestelde Rotterdams Philharmonisch Orkest. Onder de leiding van Kwamé Ryan spelen de Rotterdammers met verve. Opvallend mooie zijn de blazersoli, vooral van de saxofoon. Vanuit de orkestbak was er definitief meer welluidend orkestgeluid de zaal in gedruist, maar het destijds gemaakte decor kon hier helaas niet op worden aangepast.
Zo blijft deze hervatte versie ook een reminder aan een veelal gelukkig doorstaan verleden. Stephans opera herbergt veel provocerende stellingen in een wonderbaarlijk mooi muzikaal jasje.
Deze vier gepassioneerde zangers zal het Amsterdams publiek niet snel vergeten.
Foto’s: Bart Grietens
De recensie verschijnt ook op https://denieuwemuze.nl/category/recensies/