Gehoord: 15 mei 2025 De Doelen Rotterdam
Schubert zevende symfonie ‘Onvoltooide‘, Beethoven vioolconcert, Schubert vierde symfonie; Deutsche Kammerphilharmonie Bremen, Paavo Järvi; Janine Jansen, viool
Ik ging gisteravond met lichte tegenzin naar de Doelen. Het programma met werken van Schubert en Beethoven bood bekend repertoire. Bovendien leek me het concert met twee symfonieën aan de lange kant. Het was de IJzersterke soliste die ik al te graag wou horen. Ook was ik benieuwd naar het Bremer orkest met zijn ongewone basis-democratische opzet.
Kammerphilharmonie Bremen
Op de concertmeester na speelden de vioolgroepen om de beurt afwisselend de eerste en de tweede vioolpartij. Ook de twee hobo’s en fagotten wisselden gisteren na de pauze van solopartij. Daarnaast speelden de trompettisten op natuurtrompetten. Dirigent Parvo Järvi is al meer dan 20 jaar artistiek directeur van de Kammerphilharmonie Bremen. Gezamenlijk streven ze naar authentieke interpretaties en een zo groot mogelijke dynamische expressiviteit.

Pakkend vanaf het eerste moment
Al bij de allereerste noten in Schuberts Onvoltooide was ik geraakt. De drie contrabassen (als enige strijkersgroep met barokstokken en op darmsnaren) speelden hun openingsmaten onwerkelijk ontspannen en intens. Op deze manier hoorde ik deze overbekende introductie nooit eerder. De 28 strijkers celebreerden Schuberts rijke melodieën samen met hun blazercollega’s zo levendig als ware het theatermuziek.
De spreekwoordelijke lengtes van Schuberts muziek smolten dankzij deze intense Bremer speelvreugde als sneeuw voor de zon. De herhalingen werkten als Aha-ervaringen en bevestigden een unieke luisterervaring. In het Andante con moto was de klarinetsolo adembenemend mooi.
Janine Jansens muzikale stempel
Nog vóór de pauze voegde zich Jansen in zwarte concertjurk bij het orkest. Ook zij zette al met haar eerste noten de toon voor haar zeer uitgesproken interpretatie. In iets minder dan een maand had Beethoven dit concert voor een Weens benefietconcert voltooid, dat in december 1806 in première ging.

Het eerste deel Allegro ma non troppo is qua compositie-architectuur al een concert op zich. Bij Jansen bestaan geen onbelangrijke noten. Ze zet haar muzikale stempel elk nog zo klein motief. En zo greep haar dwingende aaneenrijging van motieven je gisteren hoe langer hoe meer naar de keel. Voortdurend draaide ze zich richting de houtblazers, om hun corresponderende melodieën op te vangen, er kunstzinnig op te reageren of ze terug te werpen. Het was om te janken zo mooi!
Parvo Järvi is ideale begeleider
De gezongen lijnen in het Larghetto tekende Jansen als kleurige guirlandes aan elkaar. Vaak gaf ze de gebonden noten een klein portamento om ze nog sprekender te maken. In dit langzame deel was de samenwerking met Järvi ideaal. Hij las haar elke wens van haar strijkstok.
In het afsluitende Rondo. Allegro kreeg Beethovens vioolconcert haar hoogtepunt dankzij Jansens weergaloze articulatie van het violistische thema. Het aan het begin af en toe onrustige publiek zat nu als één man gefascineerd te luisteren. Jansens bijzondere uitvoering was een genot.

Schuberts Tragische (4.)
Had ik gedacht dat ik twee Schubert symfonieën op een avond niet vol zou kunnen houden? Geen haar op mijn hoofd dat er in de pauze dacht om het concert voortijdig te verlaten. En voor degenen die dat wel deden: u heeft iets gemist!
In Schuberts 4. Symfonie was het verbazingwekkend met hoeveel dynamische verschillen de relatief kleine hoeveelheid musici van de Kammerphilharmonie speelden. Minder geslaagd was de klank van de (nieuwe) eerste violengroep in het Allegro vivace: die was hier af en toe aan de scherpe kant. Ook op het Andante viel iets aan te merken: door het rappe tempo miste dit langzame deel diepgang.
Zo en niet anders
Maar met het ritmisch geaccentueerde begin van het Menuetto had het orkest zijn briljante vorm van vóór de pauze op slag weer terug. Een opnieuw verrasten hier de puntige accenten. Het contrasterende boerse Trio was aanstekelijk lichtvoetig. Het volgende laatste deel Allegro klonk met zijn virtuoos snelle tempo bovenaards en mozartesk. Ook hier verdiende de klarinetsolo een pluim!!
Het was magisch hoe strijkers en blazer Schuberts motieven als lichte bonte ballen heen en weer kaatsten. Naar een zo pakkend gemusiceerde Tragische had het publiek nog langer kunnen luisteren.
Foto’s: Reinhard A. Deutsch; Julia Baier; Marco Borggreve
De recensie verschijnt ook op https://denieuwemuze.nl/category/recensies/