+31 6 10435336 michael@musicwork.shop

Op 27 oktober 2025 bestaat Amsterdam 750 jaar. En dat wordt gevierd – het hele jaar door! Op een speciale website staan alle activiteiten rondom dit feest: https://amsterdam750.nl/

Natuurlijk doet ook het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) mee. Het wereldberoemde ensemble levert dit weekend zijn feestbijdrage met maar liefst drie verschillende programma’s. Onder leiding van dirigent Bas Wiegers staan 12 stukken van tien componisten op de lessenaar. Welk ander orkest zou hiertoe in staat zijn??

Wereldpremière Calliope Tsoupaki

Ik ging naar het eerste concert op donderdagavond om de wereldpremière bij te wonen van het gloednieuwe werk Another Day, van Calliope Tsoupaki. Zij komt oorspronkelijk uit Griekenland, maar woont al meer dan 35 jaar in Amsterdam. Van 2018 tot 2021 was ze componist des vaderlands.

Tsoupakis en Wiegers na de première van Another day

In dit opdrachtswerk heeft Tsoupaki heel persoonlijk in muziek probeert uit te drukken wat Amsterdam voor haar betekent: ‘Ik heb de rijkdom aan klankkleuren van het Concertgebouworkest gebruikt om de veelkleurigheid van de stad te vangen. IJzige, hemelse klanken zijn verbonden met mijn verhuizing en mijn worteling hier, waar ik ook de modder heb leren waarderen.’

Als de golvende zee

Meteen aan het begin van Another Day hoor je vloeiende harmonische golfbewegingen. De violen klimmen klaterend omhoog waarop de lage strijkers weer naar beneden golven. In een volgend motief zetten de blazers cantabile melodieën in, variërend van zacht etherische tot dramatisch overweldigende lijnen.

Het stuk van ruim een kwartier voor groot orkest heeft een herkenbare structuur, als golven die komen en gaan. Op een gegeven moment klinkt Tsoupaki’s muziek zelfs als Puccini om dan iets later verrassend uit te monden in een indrukwekkend solo van slagwerker Herman Rieken op de grote trom.

Er was in aanloop naar deze avond overleg met de dichteres Anneke Brassinga, die voor dit feest een gedicht schreef met 750 woorden: ‘Anneke en ik hebben een paar keer overlegd, maar onafhankelijk van elkaar ons werk gemaakt. Pas toen we klaar waren ontmoetten we elkaar weer. Ik was een beetje onzeker over mijn titel Another Day, maar raad eens: haar gedicht heet Every Day Started New. Geweldig, toch?’ Het gedicht draagt Brassinga helaas alleen tijdens het concert op vrijdag avond voor.

Invloeden van buitenaf  

De rest van het programma was een afspiegeling van de veelstemmigheid van Amsterdam. Het concert begon met Notturnovan Theo Verbey. Dit is bruisende kamermuziek voor 12 musici inclusief solohobo. Op het laatste moment heeft Mirjam Pastor Burgos deze virtuoos – lyrische partij van haar collega over moeten nemen. Ook dit was een prestatie van formaat!

Theo Verbey Notturno

Het sprankelende Notturno was in deze uitvoering een potpourri van verschillende klanken en ritmes en begon met een meeslepende tango. Verbey hield in zijn verbijsterende compositie het midden tussen academische tradities en aansprekend lichte muziek. Het was niet  allemaal spatgelijk maar wel met hartbloed gemusiceerd. Dirigent Wiegers is als geknipt voor dit werk, omdat hij als student les heeft gehad van Verbey.

Tania Kross

Daarna zong mezzosopraan Tania Kross twee levensliederen van Joop Stokkermans uit de jaren zeventig. Zowel Meisje uit de provinsie als ook Zo tolerant werden bekend door tv-optredens van Jasperina de Jong. Voor Kroes als operazangeres was dit lichte genre een uitdaging die ze met microfoon dapper onderging. Wiegers dirigeerde iets te braaf waardoor de uitvoering helaas de nodige jeu miste.

Kroos en het KCO

Veelstemmig Amsterdam

Na de pauze was Wiegers weer in zijn element bij Cuauhnáhuac voor strijkorkest van de Mexicaan Silvestre Revueltas. Hij schreef over dit werk: “This is a music without tourism. In the orchestra, the huehuetl (Indian drum) is used as a means of nationalist propaganda. Other instruments in the score are even more nationalistic, but no attention should be paid to them; it is all just anticapitalist agitation”. En toch waren het de bassen en celli die met hun opzwepende steeds terugkomende ritme het stuk vooruitduwden.

In het laatste stuk van de avond, de Suite ‘Katibu di Shon’ (Slaaf en meester) van Randal Corsen weerklinkt de rijke Antilliaanse cultuur.  De gelijknamige opera naar het boek van Carel de Haseth is de eerste en enige opera in het Papiaments. Kross zong de aria’s nu zonder microfoon maar was nu soms maar met moeite te verstaan ten overstaan van het voltallige orkest.

Als toegift zong ze Plegaria van Oswin Behilia.

Foto’s: Milagro Elstak

De recensie verschijnt ook op https://denieuwemuze.nl/category/recensies/