+31 6 10435336 michael@musicwork.shop

Het leven wordt verrijkt door anekdotes en legendes. Heel soms heb je het geluk om met een nog levende legende in aanraking te komen. De Argentijnse pianiste Martha Argerich (geb. 1941) is de belichaming van zo’n living legend. Haar eerste pianolessen kreeg ze direct na de tweede wereldoorlog. In 1955 kwam ze naar Europa, waar ze in Oostenrijk bij Friedrich Gulda studeerde. Ernst Lothar von Knorr, de toenmalige directeur van de Academie voor Muziek en Theater in Hannover hoorde haar in dit jaar spelen en vertelde later: “met 14 was het er al allemaal” (= was ze al een compleet musicus)!  Gisteren avond (bijna 70 jaar later) speelde ze in Rotterdam met het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) onder leiding van chef-dirigent Lahav Shani: en het was er nog steeds allemaal!

Als toegift speelde ze Traumes Wirren (De beroering van dromen) uit Robert Schumanns Fantasiestücken op. 12 zo ongelooflijk elegant en droomachtig vlug dat je je even in een andere wereld waande. Hiervoor ga je naar een concertzaal!

Béla Bartóks pianoconcert nr. 3 was bijna net zo subliem. Het begin van het adagio religioso speelde Argerich met de zachte ingetogenheid en rust, die je wellicht alleen na een bewogen leven op ‘s werelds concertpodia kunt bereiken. Bartók componeerde dit werk in 1945 tijdens de laatste maanden van zijn leven, als een verrassing voor de verjaardag van zijn tweede vrouw Ditta Pásztory-Bartók. Hij stierf op 26 september 1945, met het concerto compleet, op de orkestratie van de laatste 17 maten na. Uiteindelijk voltooide een vriend van Bartok, Tibor Serly, op basis van Bartóks aantekeningen dit pianoconcert.

Shani heeft in de afgelopen jaren veelvuldig met Argerich samengewerkt en kent haar spontaniteit tijdens concerten. De musici van het RPhO zaten dus al gewaarschuwd op het puntje van hun stoel om haar zo goed mogelijk te kunnen volgen. “Morgen zal het wel een totaal andere uitvoering worden” vertelde een orkestlid enigszins gefrustreerd na afloop. Voor het publiek was het smullen om deze grande dame onder de vermaarde pianisten zo in haar kracht mee te maken. Tegelijkertijd zorgde haar solistische grilligheid ervoor dat het orkest niet altijd op zijn best uit de verf kwam.

Hier een vroegere opname van dit concert met Martha Argerich

Hoe anders was dat na de pauze met Antonin Dvoráks Symfonie nr. 9. Shani en zijn musici betoverden met uitdagende extremen van hard en zacht. De slagwerkers legden alle energie in hun roffels en accenten, de koperblazers overspoelden de zaal met een heerlijk krachtig en sonoor klanktapijt en de althobo speelde haar beroemde solo in het Largo met veel gevoel en wereldse fantasie. Ook Shani bewoog zoals we van hem gewend zijn, ontspannen en onconventioneel met adembenemende accuratesse en gevoel voor de gelaagdheid van Dvoráks partituur. Puur Genieten!

De avond begon met een wereldpremière: Joey Rouens’ Con spirito. Hij noemt het werk ouverture voor orkest  en liet doorschemeren dat hij er best zin in heeft om het stuk uit te werken in een groter opdrachtwerk zoals hij dit in het verleden al eerder heeft gedaan. In zijn huidige vorm lijkt deze ouverture ondanks de twee contrasterende delen nog onaf. Na een opzwepende bekkenslag raasden de strijkers in sneltreinvaart door steeds dezelfde harmonische bochten en gaf de muziek je afwisselend het gevoel onder water of in de ruimte te verkeren. In zijn speelsheid was deze flitsende opgewektheid best vermakelijk, maar de met minimal music vertrouwde luisteraar miste de portie tegendraadse eigenheid die we van Roukens’ interessante oeuvre tot nu toe gewend zijn. Het was er nog niet allemaal. Wordt hopelijk vervolgd!

Foto: Eduardus Lee